De Amerikaanse bombardementen op een ziekenhuis van Artsen Zonder Grenzen in Kunduz (Afghanistan) in oktober 2015 en de aanvallen van het Syrische regeringsleger op artsen en medische instellingen zijn slechts twee voorbeelden van de gevaarlijke situaties waarin medisch personeel vaak moet werken.
Deze aanvallen zorgen er ook voor dat medici niet kunnen doen wat ze moeten doen: hulp verlenen aan burgerslachtoffers. Als artsen en verplegers worden gedood, brengt dat ook het leven van vele anderen in gevaar die door hun zorgen hadden kunnen worden gered, zeggen deskundigen van Artsen voor Mensenrechten (PHR), Artsen Zonder Grenzen en de Stichting Open Society.
PHR, dat momenteel vooral bezorgd is om de vele aanvallen op ziekenhuizen in Jemen door een coalitie van landen onder leiding van Saoedi-Arabië maakt een interactieve kaart om de bombardementen op medische instellingen te illustreren. Aanvallen waarvan wordt aangenomen dat ze accidenteel gebeurden of te wijten zijn aan schade, zijn niet mee in kaart gebracht.
“De VN-Veiligheidsraad moet deze aanvallen streng veroordelen”, zegt Baker. “De VN-Veiligheidsraad heeft de bevoegdheid om situaties zoals deze naar het Internationaal Strafhof door te verwijzen, maar zoals we weten, zijn de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad tevreden met een patstelling.”
In Syrië weigeren Rusland en China om een krachtiger optreden mogelijk te maken. In Jemen weigeren de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk op te treden tegen de door hen bewapende coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië geleide coalitie. In Afghanistan weigert de VS een onafhankelijk onderzoek naar het bombardement van 3 oktober 2015 op een hospitaal van Artsen Zonder Grenzen in de stad Kunduz.
“Als gevolg daarvan heeft de VN-Veiligheidsraad, belast met de handhaving van de internationale vrede en veiligheid, jammerlijk gefaald. Het zijn de burgers in Syrië, Jemen en elders die hiervoor een hoge prijs betalen, vaak met hun leven.”